1550: Eerste vermelding van deze bockwindmolen (standmolen) als Gaster Mühle.
1717: De molen was nu een staatsmolen geworden. Johann Janssen Muhlen werd voor zes jaar huurder van het molenterrein. Het jaarloon was 94 Reichsthaler. Deze huurovereenkomst werd vóór het einde van de zes jaar beëindigd.
1731: Molen verhuurd aan Melchert Renken Goldenstein.
1781: Nieuwe huurder van de molen: Roolf Rieken Janssen. Destijds werd de molen voor het eerst de “Westgaster Mühle” genoemd.
1794: Roolf Rieken Janssen werd wederom genoemd als huurder.
1818: De voorloper van de huidige Westgastermolen stond als standmolen 300 m ten noordoosten van de huidige locatie aan de Mühlenlohne. Eigenaar: de erfgenamen van Claes Ulrich.
1834: Volgens Mühlenbrand Societät Ostfr. (Bewijs 1 september 1.8.34) De “Rockenmühle” op de Gaste was verzekerd voor 4.000 Nederlandse guldens. Focke Duits, weduwe, geboren Böhming, werd geïdentificeerd als de eigenaar.
1846: Müller Ode Gerdes wordt genoemd als eigenaar van de molen.
1856: O.F. Onnen, nu de nieuwe eigenaar van de molen, liet in 1857 de oude standmolen slopen, maar dan aan de huidige Alleestrasse. De gesloopte molen stond op de hoek van Mühlenlohne en Mühlenweg.
1857: Volgens Mühlenbrand Societät Ostft. (Bewijs per 1 oktober 1858) dat de Pelde- en korenmolen verzekerd was voor 8.300 Nederlandse guldens. Op basis van het verzekerde bedrag zou deze molen een Nederlandse galerij van twee verdiepingen kunnen zijn geweest, vergelijkbaar met de twee verdiepingen tellende molen in Nesse, gebouwd in 1856, waarvoor destijds 8300 Nederlandse guldens verzekerd was.
1862: De molen werd door brand verwoest. De oorzaak was een blikseminslag.
1863: Reconstructie van de molen door Onnen op de huidige locatie als Holländer-galerij met drie verdiepingen. Tot 1921 beschikte de molen nog over een “kuil”.
1921: Een hevige storm rukte de molenkap met het vleugelkruis omver. De vallende vleugels verwoestten de galerij en het bijgebouw van de molen. De molen leek bijna een ruïne.
1922: In 1922 verwierf Franz Hinrichs de molen van de laatste eigenaar binnen de familie Onnen, Hinrich Onno.
1925: Aankoop van een zuiggasmotor als nevenactiviteit.
1928: Een Deutz-dieselmotor van 25 pk verving de oude atmosferische gasmotor.
1930er jaren: Twee van de drie door wind aangedreven korenmolens worden uitgebreid met de installatie van een korenmolen aangedreven door een elektromotor met een diameter van 1,30 m en de ombouw naar fijnmalen. Hiervoor zijn 2 dubbelwalsmolens geplaatst, die aangedreven worden door een 40 pk Deutz dieselmotor.
1950: De molen telde toen 8 medewerkers: 2 chauffeurs, 2 leerlingen, 2 gezellen en de eigenaar Franz Hinrichs en zijn schoonzoon Friedrich Hartwig.
1974: Het molenbedrijf werd overgedragen aan Friedrich Hartwig.
1975: Windoperatie stopte. In de periode die volgde werd er uitsluitend gebruik gemaakt van motorvermogen. De molen werd voornamelijk geëxploiteerd als grondhandel.
1983: Geïmproviseerde reparaties aan de vleugels, kap en achthoekige deksel. Ook de windroos werd gedeeltelijk vernieuwd. Molenbouwer Böök uit Dunum nam deze werkzaamheden over. Destijds werd de molen gerund door Friedrich Hartwig, zijn zoon Werner en F. Hartwigs zwager Ibbo Hinrichs.
1987: Kapreparatie door de firma Böök, Dunum. Windoperatie was echter niet mogelijk. Reden: Breuk van de vliegende stokken waardoor er druk op de as ontstaat. Juni: Door ziekte kon Friedrich Hartwig de molen niet voortzetten. Een opvolger kon niet gevonden worden. November: De molen en bijgebouwen stonden te koop.
1988: Januari: Het gehele molenbezit wordt op een veiling gekocht door antiquair Eint Meyer uit Norden Nadörst. Maart: Het molenbezit veranderde opnieuw van eigenaar. Gerhard Campen en een bedrijf uit Bremen voor industriële deelname verwierven de molen. Het doel van Campen was het herstellen en behouden van de molen en het molenaarshuis als geheel. April: Oprichting van de Westgaster Mühlenverein eV. Deze werd opgericht om de molen te onderhouden en te exploiteren. Er werd een overeenkomstige huurovereenkomst gesloten tussen de eigenaar en de molenvereniging voor 30 jaar.
1989: De jaloezievleugels raakten beschadigd door harde windstoten.
1990: Augustus: De vleugels worden verwijderd voor vernieuwing. December: Verwijdering van de vervallen kap. December: Meestermolenaar Friedrich Hartwig stierf. Hij was de laatste windmolenaar bij de Westgastermolen.
1991: Maart: Inbrengen van de oude as in de molenkop in het nieuwe gebouw. Mei: Rechttrekken van de kap. Juli: Plaatsen van de nieuwe molenkap. Gerhard Campen werd de enige eigenaar van de molen.
1992: Juli: Montage van de twee nieuwe paar vleugels, vervaardigd in Oudeschans, Nederland.
1998: Dit jaar worden het molenfestival “Döschgen un Müllern” en het 10- jarig jubileum van de molenvereniging gevierd. Het gehele molenensemble (molenaarshuis en werkende molen) is opnieuw een trekpleister voor veel bezoekers.
2006: Vernieuwing van de ontbrekende galerij.
2009: Vernieuwing van de luifelcirculatie en delen van de vliegende stokken.
2014: Vernieuwing van de Windrosenbock.
2018: Opnieuw schilderen van de vleugels.
2019: Houtwormbestrijding en ophanging bevestigd aan het tandwiel.
2020: Martin Campen neemt de molen over als erfgenaam van zijn vader en vorige eigenaar Gerhard Campen, die op 26 december 2019 overleed; Vernieuwing van de vervallen gewrichtsbalk en de tandschijven van de windroos.
2022: Opnieuw schilderen van de galerij inclusief scharen, vernieuwen van de deksels en vastzetten van de kelderschachten.
2023: Vernieuwing trappenhuis, houtwormbestrijding, machinehuis en bakkerij.